BMW motorfietsen

BMW Motorfietsen,

BMW het zeer bekende merk uit het Duitse Beieren die naast auto’s ook motorfietsen maakt.

Het merk heeft de naam zeer degelijk te zijn en is de grootste motorproducent van straatmotoren in Europa.

Het opereert in het luxere segment maar heeft in elke categorie motorfietsen wel één of meerdere modellen:
Van de off-road F serie tot aan de zware GS modellen als ultieme reismotor op  alle ondergronden. Maar ook de sportieve 4 cilinder S1000XR bijvoorbeeld.

S-1000XR ondergoed

Of de bekende K-serie toermodellen van BMW waar momenteel de K1600 het vlaggenschip is.

Maar ook nakeds zoals de S1000R of de retro R NineT

Ook de luxe  tegenhanger van de Harley Gliders vind je bij BMW de

Of wat denk je van de lichte G-serie voor A2 rijbewijshouders. Maar dat kan ook als motorscooter met de C400.

Het begin:

BMW is een afkorting van Bayerische Motoren Werke en laat zien dat de basis van BMW bij motoren ligt. Niet motorfietsen maar motoren voor o.a. vliegtuigen.

In 1920 bouwde BMW haar eerste voor motorfietsen geschikte motor. De Flink is een tweetakt motor van 143cc.
Tussen 1921 en 1922 bouwde men de Helios. Deze was voorzien van de inbouwmotor die BMW al jaren ervoor maakte. Een tweecilinder boxermotore die ook wel “Bayernmotor” wordt genoemd!

De Bayernmotor was dwarsgeplaatst waardoor de luchtkoeling niet erg efficient was voor de achterste cilinder.

In 1923 werd BMW min of meer gedwongen door het verdrag van Versaille (einde 1e wereldoorlog) om zich meer te richten op voertuigen zoals motorfietsen.
In dit jaar werd het ontwerp van het blok zo gemaakt dat het 90 graden kon draaien en zo beide cilinders in de volle rijwind stonden. De R32 was geboren.

Gedurende de jaren 20 bloeide de verkoop van BMW motorfietsen. Er werden in die periode zo’n 27000 motorfietsen gebouwd.
De BMW was toen ook al niet de goedkoopste oplossing, maar mede door het sterke frame was de R32 zeer geliefd bij zijspanbouwers.

BMW werkte al zeer snel met het “baukasten”systeem. Hierbij konden vele onderdelen in verschillende modellen gebruikt worden. BMW bouwde eind jaren 20 ook veel duomotoren. De een een meer toermotor met zijklepskop en daarnaast een sportieve versie met een kopklep.

In de jaren 30 bouwde BMW de bekende dueserie van tweezilinder boxer voor toer/sportief, maar ook eencilinders vanwege bepaalde voordelen mbt belastingen en rijbewijzen. De R2 was belastingvrij en mocht zonder rijbewijs bereden worden. Een grote doelgroep die daarmee aangesproken werd.

Aan het eind van de jaren 30 stopte de motorfiets productie bijna volledig, dit vanwege de noodzaak om vliegtuigmotoren te gaan bouwen voor het leger.

In de jaren 40 ging de motorproductie naar de fabriek in Eisenach  waar 18.440 motoren voor  het leger werden gebouwd, de R35 Wehrmachtsgespanne. Na de oorlog lag Eisenach in DDR gebied en werden daar nog wel motoren gebouwd, maar niet meer voor BMW munchen.

De beperkingen voor de duitse industrie was er ook na WO2 en pas in 1948 rolde er weer een BMW van de band. een 100cc tweetakt boxermotor, de R10.

Jaren 50:
In de jaren 50 mocht BMW weer meer doen en de tweecilinder viertakt motoren rolden er weer van de band. Nu allemaal  kopklepsmodellen, de combi met toermotoren werd losgelaten en zodoende werden er geen zijklepsmotoren meer gemaakt.

in de jaren 50 werd de basis gelegd voor het kwaliteitskenmerk van BMW van vandaag de dag. Betrouwbaar, degelijk en waardevast waren de drie pijlers waarop gebouwd werd.

Het was verre van sportief en er was nog een lange weg te gaan voor BMW. Halverwege de jaren 50 ging men aan de voorkant een schommelvork monteren, dit was om het weggedrag te verbeteren, maar door de toegenomen massa stuurde het weer minder vlot.

Jaren 60:
In de jaren 60 was BMW zich vooral aan het focussen op de productie van auto’s. Er waren 4 modellen en die bleven het hele decennium vrijwel gelijk. Door het succes met de auto’s werd er zelfs getwijfeld of ze wel door wilden gaan met het maken van motoren! In 1966 verhuisde de productie naar Berlijn-Spandau e een jaar later kwam de productie zelfs helemaal stil te liggen.
in 1969 kwam er gelukkig een nieuwe lijn modfellen uit en vanaf toen kon je aan het typenummer ook zie hoeveel inhoud het blok had
R50/5 = 500cc
R60/5 = 600cc
R75/5 = 750cc

Alle modellen kregen /5 achter hun “inhoud” en waren een stuk moderner geworden. Deze modellen noemde ze dan ook series 5. Door de verplaatsing van de nokkenas naar een plek onder de krukas konden de cilinders omhoog gebracht worden en maakten zo een grotere hellingshoek mogelijk.

Jaren 70:
In de jaren 70 kwam BMW met de series 6 en werd de kleinste inhoud uit het modellenprogramma gehaald. Aan de bovenkant van het modellen gamma kwam de 90/6. Ook kwam er een R90 S dus zonder de /6. Deze werd zeer succesvol, mede dankzij de goede kleurencombinatie. de R90 S had als eerste BMW schijfremmen.
Halverwege de jaren 70 kwam BMW met de /7 serie. Met als knaller de R100 RS de eerste motorfiets die af fabriek met een kuip als stroomlijn verbetering was uitgevoerd. Dit was in de windtunnel uitgevoerd met als noviteit een kwartsklokje en zelf een lampje als indicator dat de remblokken versleten waren.

De R100RS was de voorlopen Sportieve toermotor zoals we die vandaag de dag ook nog kennen. De Meer toermotor kwam later in de vorm van de R100 RT. In 1977 kwamen de R80 modellen en nog een jaar later werden de lichtere modellen de R45 en R65 uitgebracht.

Jaren 80:

Vanaf 1980 kwamen de all road motorfietsen op de markt voor BMW was dit de start van een hele lange dominante rol in de motormarkt.
Eind jaren 70 kwamen Duitse rijders met verbouwde motoren al heel goed voor de dag in de enduro klassen. De parijs-Dakar rally kwam tot leven en BMW kwam met de R80G/S, waarmee de fabriek goed presteerde in deze zwaarste rally van de wereld.
Ze deden het als reismachine op straat ook heel goed, goed handelbaar, relatief licht, maar konden best veel bepakking aan. Zelfs met de semi-terreinbanden waren de stuureigenschappen zeer goed. Met de enkelvoudige achterbrug/cardan was het achterwiel ook zeer snel te demonteren, dus bij een lekke band was het weer snel gerepareerd. BMW noemde de GS Reise enduro, (reisenduro).
De GS was een blijvertje en profiteerde van modernisering en uitvingen van BMW, zoals de paralever vering, brandstofinjectie. De ontwikkeling van de kruisspaakwielen maakte het mogelijk om toch met tubeless banden te rijden.

In 1983 introduceerde BMW de K serie, een lijnmotor met dubbele bovenliggende nokkenassen, brandstofinjectie en moderne frames. De K75 was een 750cc 3 cilinder motor en de K100 een 4 cilinder lijnmotor. BMW was voornemens de Boxer motor alleen nog te gebruiken voor de GS, want de K-serie was modern en kon het qua vermogen ook beter opnemen tegen andere spelers op de motormarkt.

De klanten waren het hier echter niet mee eens en wilden toch de boxermotor in het programma. Onder druk van klanten, dealers en importeurs werd de R80 opgeboord tot 1000cc om maar tegemoet te komen aan de wensen van hun klanten. De Boxer motoren konden echter niet de vermogens leveren die de concurrentie kon leveren en ook aan de nieuwe emissie eisen voldoen, als oplossing kwamen ze toch op de markt, maar dan met minder vermogen als voorheen.

Jaren 90:

in 1991 rolde de 1 miljoenste BMW van de band
In 1992 kwam BMW met de nieuwe boxer met 4 kleppen per cilinder, olie/luchtkoeling en de eerste met dit nieuwe blok was de R100RS Daarna kwam de R1100GS met een eendesnavel aan de voorkant. Het meest aparte was dat er eigenlijk geen frame meer was, de versnellingsbak en motorblok namen die taak op zich. Voor en achter kwam een subframe voor de voorvork, het zadel, schokbreker en tank op te monteren.

Ook werd samen met Aprilia de F-serie ontwikkeld, deze motoren zijn voorzien van een Rotax ééncilinderblok.
Tot 1987 hanteerde BMW het max. 100ps princip, motoren met 100pk werden dus niet gemaakt, dit om tgemoet te komen aan de EU.
In 1987 liet BMW dit principe echter varen, mede omdat alle andere leveranciers daar allang niet meer mee bezig waren. De eerste 100+pk motor van BMW was de K1200RS die 130PK leverde aan de krukas.

Om de Cruiser markt in de USA te bedienen kwam BMW met de R1200C en deze speelde een hoofdrol inde James Bond film Tomorrow never dies. BMW wilde echter niet domweg kopiëren en de R1200C leek dus niet op de gangbare cruisers. Het meer toergerichte broertje de R1200CL kwam later op de markt en was meer een grote toerbuffel.

In 1998 kwam BMW na een aantal jaren afwezigheid weer terug in Parijs-Dakar met de F650RR en won in 1999 en 2000 deze rally bij de motoren.